Een minicollege waarover eigenlijk

Afgelopen weekend werden we door de Volkskrant getrakteerd op een “minicollege” over hardlooptechniek door sportarts Steef Bredeweg. Samenvatting in één zin: de voetlanding maakt niet uit voor blessures, dus je hoeft je niet bezig te houden met looptechniek, tenzij je een topsporter bent (waarom is onduidelijk).

Hardlooptechniek is allemaal onzin, of niet?

Volgens Bredeweg is er geen enkel wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat hardlooptechniek helpt om blessures te voorkomen. Hij zegt dat er slechts twee factoren te zijn die de kans op blessures vergroten: eerdere blessures en te vaak en te veel rennen (met name als het meer is dan 30km per week). Ja, duh. Het gekke is dat Bredeweg natuurlijk best wel weet dat er behoorlijk wat onderzoek is dat aantoont dat looptechniek invloed heeft op de impact die je van hardlopen ondervindt. Hij noemt zelf Harvard-professor Lieberman, die veel onderzoek heeft gedaan naar de voetlanding. Veel van die onderzoeken eindigen weliswaar met de mededeling dat er nog geen definitieve conclusies te trekken zijn ten aanzien van blessures en dat meer onderzoek noodzakelijk is, maar dat is nog geen reden om het allemaal weg te zetten als niet ter zake doend. Als iets nog niet keihard is aangetoond, wil dat niet zeggen dat het niet zo is. De mindere impact die gevonden wordt, maakt het zeer aannemelijk dat verbetering van de looptechniek de kans op blessures verkleint (zie de paragraaf onderaan, waarin ik een aantal bronnen op een rijtje zet).

Hardlooptechniek ≠ voetlanding

In zijn betoog praat Bredeweg over looptechniek, maar feitelijk heeft hij het alleen over de landing. En zelfs daarvan neemt hij maar één deelaspect, namelijk of je op de hiel of de voorvoet landt (alsof dat een dichotomie is). Dit is misschien te verklaren uit het feit dat Bredeweg op schoenen is gepromoveerd, maar uiteindelijk is dit maar een klein onderdeel van de looptechniek. Je loopt immers met je hele lichaam, dus alles wat dat lichaam doet telt mee: van je kruin tot aan je tenen. Belangrijke andere onderdelen van de looptechniek zijn bijvoorbeeld houding (recht of gebogen), positie van het lichaamszwaartepunt ten opzichte van het contactpunt met de grond, positie en houding van het hoofd, stabiliteit van heupen/bekken, ontspanning van de schouders, ontspanning van de armen en benen, al dan niet strekken van de knieën, houding van de armen (hoek en richting van de ellebogen), plaats van de voetlanding ten opzichte van het lichaam, mate van zijwaartse en verticale beweging, pasfrequentie, spoor (hoe smal of breed de voeten uit elkaar geplaatst worden, asymmetrie in een of meer van deze onderdelen, en wellicht nog andere aspecten die ik even over het hoofd zie. De exclusieve nadruk op één aspect van de landing is misleidend, vooral ook omdat de manier waarop je landt niet los te zien is van andere aspecten van de looptechniek.

Goede looptechniek zorgt voor minder impact

Op basis van deze beperkte visie suggereert Bredeweg dat looptechniek er helemaal niet toe doet. Blessures zijn kennelijk gewoon pech. Alleen voor topsporters kan het interessant zijn zich met looptechniek bezig te houden, zegt hij. Maar waarom zou het voor hen wel interessant zijn en voor al die ander lopers niet? Ja, het kost tijd en moeite, en dus veel geduld en vasthoudendheid om je looptechniek te veranderen. Maar je kunt er de rest van je leven veel plezier van hebben. Ik denk dat iedereen er goed aan doet om zijn/haar looptechniek te verbeteren. Je vermindert immers de impact op je lichaam (dat is wel degelijk aangetoond). En los van alle wetenschappelijke en minder wetenschappelijke onderzoeken: vrijwel al onze klanten komen via mond-tot-mond reclame naar onze workshops en lessen. Ze horen van anderen dat het verbeteren van hun looptechniek hen heeft geholpen. Mensen die dachten dat ze nooit meer konden hardlopen, draven weer lekker in de rondte. Ik ben zelf zo’n voorbeeld. Ik ben dus niet objectief, zoals Bredeweg, zeker niet. Ik ben gepassioneerd en ik weet hoeveel levensvreugde het brengt als je met een goede techniek hardloopblessures de baas kunt blijven. Daarom heb ik er mijn missie van gemaakt om anderen hierbij te helpen. Bredeweg zegt dat mensen zich niet van de wijs moeten laten brengen door de “non-discussie” (zijn woord) over hardlooptechniek. Ik zeg: laat je niet van wijs brengen door dit zogenaamde “minicollege”. Werk lekker aan je techniek en loop nog lang en gelukkig!

Onderzoek en andere bronnen

  • Een aardig overzicht van het onderwerp is te vinden in het tijdschrift Sportgericht, jaargang 14, nummer 3, waarin ook wordt ingegaan op het aanleren van een nieuwe looptechniek: “Natuurlijk hardlopen. Wetenschap en praktijk over het leren en toepassen van een andere looptechniek” door Julitta Boschman et. al.. Hierin vind je ook diverse literatuurverwijzingen.
  • Een leuke video van de “barefoot professor” Dan Lieberman. En zie ook zijn website.
  • Er zijn natuurlijk ook andere aspecten van belang. Hier een eerder blogje van mij over pasfrequentie.
  • Tot slot een persbericht naar aanleiding van een onderzoek van de University of North Carolina naar ChiRunning (inclusief link naar dit onderzoek).